Alzheimer's Disease: Reis naar het Miskend Genoom
SECTIE: GENOMICS OF NEURODEGENERATIVE DISEASES AND AGING
(100-plus)
Met financiering van NWO (een VIDI-subsidie van € 800.000,- ) start dr. Henne Holstege een team dat de erfelijkheid van de ziekte van Alzheimer (AD) onderzoekt om het begrip van de etiologie van AD te vergroten.
Het miskend genoom
Een van de redenen is dat we met conventionele DNA-sequencing- of genotyperingsbenaderingen slechts een fractie van de genetische variatie binnen het genoom kunnen beoordelen. Tot nu toe was het niet mogelijk om de impact van structurele varianten, zoals grotere DNA-deleties, inserties, duplicaties en inversies, systematisch te onderzoeken. Het is echter zeer waarschijnlijk dat een aanzienlijk deel van de genetische variaties die predisponeren voor AD zich in dit 'miskende' genoom bevindt.
Aanwijzingen in repetitieve DNA-patronen
Een subset van structurele varianten zijn de 'Variable Nucleotide Tandem Repeats' (VNTR's), dit zijn repetitieve stukken DNA-sequentie die zeer polymorf zijn. Een verhoogd risico op neurodegeneratieve ziekten, waaronder AD, is in verband gebracht met specifieke VNTR's die een bepaalde drempel overschrijden.
In haar VIDI stelt dr. Henne Holstege voor om de impact van repetitief DNA op het AD-risico systematisch te beoordelen door de kenmerken van deze structurele varianten bij AD-patiënten en controle personen te onderzoeken.
Dr. Holstege: “We zullen de lengte en volgorde van de zich herhalende reeksen vergelijken tussen Alzheimerpatiënten en gezonde honderdjarigen. De verschillen tussen de twee groepen kunnen aanvullende genetische factoren onthullen die verband houden met een verhoogd risico op de ziekte van Alzheimer."
Risicovoorspelling verbeteren
De genetisch complexe aard van AD suggereert dat de kwetsbaarheid van elke persoon voor het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer wordt bepaald door hun unieke toestand van genetische risicofactoren. Door alle risicofactoren samen te beschouwen, is het mogelijk om een gepersonaliseerde polygene risicoscore te schatten die, in combinatie met andere factoren zoals levensstijl en omgeving, de beste benadering geeft van hoe waarschijnlijk en op welke leeftijd een persoon AD kan ontwikkelen.
“Voorkomen is de beste remedie. Daarom is mijn doel om de nauwkeurigheid van genetische risicovoorspellingsalgoritmen te verbeteren door nieuwe structurele varianten die geassocieerd zijn met AD te vinden en te benutten. In de toekomst zal een betere voorspelling van het risico, vóór het begin van de symptomen, ons in staat stellen te identificeren wie moet worden behandeld en hoe, zodat AD-geassocieerde hersenbeschadiging kan worden voorkomen,” besluit dr. Holstege.